klik hier voor een afbeelding van de orginele publicatie
afbeelding van boekomslag |
coaching, supervisie of therapie?Coachen is in en dat is met de toenemende complexiteit in organisaties niet zo verwonderlijk. Er kunnen verschillende aanleidingen zijn om een beroep op een coach te doen. Door toenemende fusies, werkstress, burn-out en culturele veranderingsprocessen groeit de vraag naar individueel en in teamverband begeleiden. Er zijn al veel boeken over coachen geschreven. Welke leemte kan dit boek nog vullen?Het boek Coaching: een inleiding voor praktijk en opleiding is praktisch en functioneel opgedeeld in twee delen. In deel I staat het algemeen, klassiek, organisatorisch, sociaal en zelfmanagement centraal met daarin aandacht voor redenen, functies en thema's van het coachen en de eisen die kunnen worden gesteld aan een coach. Deel II concentreert zich op een metatheoretisch model met daarnaast oog voor praktijkmethodieken, gesprekstechnieken en sociale vaardigheden. Zeer herkenbare praktijkvoorbeelden uit allerlei typen organisaties larderen, verlevendigen en verluchtigen het boek.Bruggen slaanSchreyögg probeert met dit boek bruggen te slaan tussen managementleer en psychologische, sociologische, pedagogische en psychotherapeutische domeinen. Voor een deel slaagt ze daarin.Haar boek voedt het meerperspectivistische kijken, multiparadigmatische denken en interdisciplinaire doen. Het is juist deze breedte die de lezer dwingt tot nadenken, reflecteren, ordenen, verbanden zien om vervolgens zelf bruggen te gaan bouwen.De lezer wordt vooral geprikkeld op onderzoek te gaan naar wat de praktiserende coach nu eigenlijk onder coachen verstaat. Diverse definities zoals bijvoorbeeld 'Coaching beoogt veranderingen van duidings- èn handelingspatronen', 'coaching is reconstrueren en construeren' of 'coaching als therapie tegen beroepsleed' kunnen als leidraad dienen of tijdelijk houvast bieden. De dagelijkse praktijk bepaalt echter uiteindelijk welke definitie waar of wanneer als uitgangspunt dient.Te zwaar beladen bruggen?De begrippen coachen, supervisie en therapie roepen veel vragen op ten aanzien van overeenkomsten, verschillen, afbakening en scheidslijnen. De achtergrond van de schrijfster is duidelijk herkenbaar. Zij is naast doctor in de wijsbegeerte werkzaam als zelfstandig psychotherapeut, supervisor en organisatieadviseur.Lezers die niet zo thuis zijn in de wereld van psychotherapeuten kunnen hun hart ophalen in het hoofdstuk met de mogelijk weerstand oproepende of juist nieuwsgierig makende titel Methoden uit de 'kinderkamer'. Tekenen, schilderen, poppen, pluche beesten, met gekleurde (magneet)steentjes of blokjes bouwen, werken met klei of maskers maken, bieden met de nodige mitsen en maren mogelijkheden tot coaching. Daar zit evenwel meteen een zwakke plek van het boek, want over welke voorkennis en vaardigheden beschik je als coach om met dit soort technieken en materialen aan de slag te gaan? Kan en mag iedere coach zonder psychotherapeutische aantekening met deze specifieke methodieken zomaar aan het werk?Zo geeft Schreyögg geen duidelijke handvatten of je wel of niet psychotherapeutisch geschoold moet zijn om als coach bepaalde technieken toe te passen. De verbindingsbruggen tussen de begrippen zakken door overgewicht door. Klinkende namen van theoretici waarop de schrijfster teruggrijpt ― zoals Weber, Habermas, Berne en Petzold ― kunnen daar niets aan veranderen.Drs. Hilde Ham is directeur van 'Uniek en Anders', bureau voor bedrijfstrainingen. Zij bespreekt het boek Coaching: een inleiding voor praktijk en opleiding van Astrid Schreyögg. De tweede druk van dit boek is in augustus 1998 door Longman uitgegeven. ISBN 90 678 9822 8. |